Volwassenen

Columns

Jij leest toch ook…?

Eén van de belangrijkste uitvindingen van de mens is het schrift. Persoonlijk vind ik het zelfs de belangrijkste uitvinding. Het schrift stelt mensen in staat om via grafische tekens een boodschap vast te leggen. Door middel van schrift kan die boodschap met anderen gedeeld worden, en worden verspreid door ruimte en tijd.
 
Maar lezen lijkt steeds minder belangrijk te worden. Nog even en het grapje: ‘Wat wil je hebben voor je verjaardag? Een boek?’ – ‘Nee, ik héb al een boek!’ lijkt waarheid te worden.
Volgens pessimisten zijn boeken zelfs een uitstervend fenomeen. Ik zou dat zeer betreuren. Maar zelfs als zij gelijk krijgen, blijft de noodzaak om te lezen gelukkig bestaan.  
 
Hoe lezen wij?
Onze hersenen verbinden wat we zien aan wat we horen: de letters die wij lezen worden automatisch aan klanken gekoppeld. Volgens een Engels onderzoek lezen we geen afzonderlijke letters maar hele woorden. Zouden de letters niet op de goede plaats in het woord staan, dan kunnen we die woorden toch moeiteloos lezen, mits de eerste en de laatste letter op hun plaats staan. 
Is het niet fantastisch?
Ik hoef niet eens meer na te denken als ik schrijf:
 
Lzeen wrdot lueekr voor idreeen en lcruateiver voor hen die leeevn van het srhijecvn!!
 
© Marian van Gog

Sinterklaas

Vakantie. We zwerven door het prachtige Noorwegen met ruige rotsen, grillige bossen, meterdiepe watervallen, kale hoogvlaktes, kronkelende fjorden en onzichtbare trollen. Een land dat zelfs analfabeten inspireert tot mooie woorden.
Ik zit achter m’n laptop en schrijf. ‘Wat schrijf je?’ vraagt mijn man. 
‘De tekst voor een liedje,’ zeg ik en ik voeg eraan toe: ‘Over Sinterklaas.’
Hij proest van verbazing zijn koffie over de campervloer, dus leg ik het uit. Er is veel tijd nodig om een liedje te maken: tekst schrijven – op muziek zetten – arrangeren – inzingen als voorbeeld voor het koor – opnemen – mixen – een cd-master maken – cd’s persen. Daar gaan zo een paar maanden overheen en dus moet ik, als eerste in de keten, vroeg zijn. 
In gedachten schrijf ik verder. 
‘En wanneer kopen ze het dan?’ vraagt hij. ‘De scholen, bedoel ik?’
‘In oktober,’ zeg ik, hóóp ik. Want ik herinner mij ooit een leerkracht die op één december met spoed een Sinterklaasliedje bestelde en boos was dat wij niet konden garanderen dat hij het de volgende dag in huis zou hebben. Want: ‘U begrijpt toch ook wel dat ik het de vijfde nodig heb!’ 
Jazeker, dat begrijpen wij. En daarom zit ik hier, in het schitterende Noorwegen, in de stralende zomerzon, en schrijf een Sinterklaaslied. Maar de Zwarte Piet die ik erbij verzin, heeft in mijn hoofd veel haar, vier tenen en een lange trollenneus…
 
© Marian van Gog

Verwenreis

‘Madam…’

Ik haal mijn arm weg, zodat de vriendelijke ober mijn glas kan volschenken. Wit, weet hij inmiddels.

Twaalf dagen lang waan ik me op een soort Philadelphiawolk, terwijl ik zalig ronddobber op een luxe viersterren-hotelboot in de Baltische Zee. Ik geniet! Het schip is fantastisch, de hut prettig koel, het bed heerlijk zacht, het eten verrukkelijk en – laten we eerlijk zijn – absoluut overdadig.

Een jaar lang heb ik mij op deze cruise verheugd. Een jaar waarin ik hard heb gewerkt, dus ik vind dat ik het verdien. En toch…

Terwijl ik op mijn luie rug lig, zijn tientallen mensen voor mij aan het werk. Hard aan het werk. Deze uiterst vriendelijke en zeer behulpzame mensen hebben veelal weken, zo niet maanden, hun verre thuisland niet gezien. Desondanks blijven ze lachen en lijken ze er oprecht plezier in te hebben om mij te verwennen. Zoals de ober die nu mijn glas volschenkt.

Ik doe mijn ogen dicht en even bedenk ik hoe het zijn zal. Stel dat ZIJ de gasten waren en ik HEN moest bedienen. Ik zie een schip voor mij vol gasten in groene hesjes. IK loop met een emmer sop en dweil de vloer, stofzuig de lange gangen en poets de trapleuning. Ik schrob de hutten. Maak bedden op die onnodig rommelig zijn achtergelaten, raap kledingstukken van de vloer die iemand nonchalant heeft laten vallen en leeg prullenmanden met een uiterst dubieuze inhoud. Ik doe mijn best, maar oeps, alweer geen nieuwe wc-rol bij me. En hoe ik die handdoek ook oprol, het lijkt in de verste verte niet op een sierlijke zwaan.

’s Avonds ren ik rond in een restaurant vol mensen die ongeduldig wenken dat hun glas leeg is. Vergeet dat ik eerst de dames moet bedienen, daarna pas de heren. En altijd over de rechterschouder. Ik zet borden verkeerd neer; had die man in dat zweterige overhemd nou vlees of vis? En die ongeduldige dame – och heden, die wacht nu al zeker drie minuten op het glas water waar ze om gevraagd had. Nou ja, gevraagd…

Ik bak er niks van, krijg de neiging om gillend weg te rennen en blijf zeker niet vriendelijk en beleefd. ZIJ wel.

Ik knipper even met mijn ogen en ben weer terug in de werkelijkheid. De vriendelijke ober legt nog even mijn bestek recht.

En ik? Ik zeg geen ’thank you’.

Ik zeg: ‘Thank you very, VERY much!’

© Marian van Gog
Geschreven voor een voorstelling tijdens een cruise.

Feest!

Wat vind ik het leuk om liedteksten en verhalen voor kinderen te schrijven en regelmatig een leuke verhaallijn voor een musical te verzinnen! In m’n achterhoofd gonst het Benny Vredenmotto: FEEST voor kinderen! Maar soms slaat de twijfel toe. Vinden de kinderen het inderdaad wel leuk, wat ik schrijf?
En dan opeens ligt er een mailtje van een kind dat enthousiast vertelt welke liedjes hij de laatste tijd heeft gezongen. Of meldt dat een BSO-project met een voorstelling voor ouders wordt afgesloten en hoe leuk dat is. Of vertelt welke musical zijn groep gaat opvoeren en of ‘Benny Vreden’ willen komen kijken. Meteen zit ik rechtop in m’n stoel. Ja leuk, mag ik…? 
Als ik aankom, word ik opgewacht door een beetje nerveuze groepsleider. ‘Deze groep is niet zo sterk,’ waarschuwt hij.
‘Gisteren ging er nog van alles mis,’ verontschuldigt een kind zich. 
Ik ga zitten, kijk, luister… en geniet. Soms gaat er inderdaad wel eens wat mis. Een kind is even z’n tekst kwijt of de hele groep krijgt spontaan de slappe lach. Er valt een stuk decor om of de CD blijft hangen. Maar één ding blijft altijd overeind: het plezier dat van de kinderen af straalt. Ik kijk naar de trotse ouders en de opgeluchte groepsleider. Dat hebben ‘zijn’ kinderen toch maar mooi voor elkaar gekregen!
‘Hoe vond u het?’ wordt mij naar afloop gevraagd.
‘Fantastisch!’ roep ik en dat meen ik echt. Want ik heb het weer even van heel dichtbij mogen meemaken. Het was FEEST, niet alleen voor de kinderen, maar ook voor hun ouders, broers en zusjes, en alle volwassenen om hen heen. En helemaal blij ga ik weer naar huis…
 
© Marian van Gog

Telefoonnummer

06 50 514 345

E-mailadres