Volwassenen
Columns
Jij leest toch ook…?
Sinterklaas
Verwenreis
‘Madam…’
Ik haal mijn arm weg, zodat de vriendelijke ober mijn glas kan volschenken. Wit, weet hij inmiddels.
Twaalf dagen lang waan ik me op een soort Philadelphiawolk, terwijl ik zalig ronddobber op een luxe viersterren-hotelboot in de Baltische Zee. Ik geniet! Het schip is fantastisch, de hut prettig koel, het bed heerlijk zacht, het eten verrukkelijk en – laten we eerlijk zijn – absoluut overdadig.
Een jaar lang heb ik mij op deze cruise verheugd. Een jaar waarin ik hard heb gewerkt, dus ik vind dat ik het verdien. En toch…
Terwijl ik op mijn luie rug lig, zijn tientallen mensen voor mij aan het werk. Hard aan het werk. Deze uiterst vriendelijke en zeer behulpzame mensen hebben veelal weken, zo niet maanden, hun verre thuisland niet gezien. Desondanks blijven ze lachen en lijken ze er oprecht plezier in te hebben om mij te verwennen. Zoals de ober die nu mijn glas volschenkt.
Ik doe mijn ogen dicht en even bedenk ik hoe het zijn zal. Stel dat ZIJ de gasten waren en ik HEN moest bedienen. Ik zie een schip voor mij vol gasten in groene hesjes. IK loop met een emmer sop en dweil de vloer, stofzuig de lange gangen en poets de trapleuning. Ik schrob de hutten. Maak bedden op die onnodig rommelig zijn achtergelaten, raap kledingstukken van de vloer die iemand nonchalant heeft laten vallen en leeg prullenmanden met een uiterst dubieuze inhoud. Ik doe mijn best, maar oeps, alweer geen nieuwe wc-rol bij me. En hoe ik die handdoek ook oprol, het lijkt in de verste verte niet op een sierlijke zwaan.
’s Avonds ren ik rond in een restaurant vol mensen die ongeduldig wenken dat hun glas leeg is. Vergeet dat ik eerst de dames moet bedienen, daarna pas de heren. En altijd over de rechterschouder. Ik zet borden verkeerd neer; had die man in dat zweterige overhemd nou vlees of vis? En die ongeduldige dame – och heden, die wacht nu al zeker drie minuten op het glas water waar ze om gevraagd had. Nou ja, gevraagd…
Ik bak er niks van, krijg de neiging om gillend weg te rennen en blijf zeker niet vriendelijk en beleefd. ZIJ wel.
Ik knipper even met mijn ogen en ben weer terug in de werkelijkheid. De vriendelijke ober legt nog even mijn bestek recht.
En ik? Ik zeg geen ’thank you’.
Ik zeg: ‘Thank you very, VERY much!’
© Marian van Gog
Geschreven voor een voorstelling tijdens een cruise.