Kinderen

Liedteksten

Opa’s laatste feestje

Met opa ging ik fietsen.
En ’s zomers naar het strand.
Hij had een piepklein tuintje.
Dat noemde hij z’n land.
We liepen door de duinen.
We visten in een plas.
Mijn opa was de leukste,
de liefste die er was.

Met opa door de bossen.
En samen in een trein.
Het gaf niet wat we deden,
met hem was alles fijn.
Hij leerde mij biljarten.
We liepen met de hond.
Mijn opa was geweldig,
alleen niet zo gezond.

Ik zag dat hij het moeilijk kreeg.
Steeds vaker had hij pijn.
Hij zei dat als hij dood zou gaan,
dan vond hij dat wel fijn.
‘Kom op,’ zei hij, ‘niet huilen nou.
Het is wel mooi geweest.
M’n afscheid moet juist vrolijk zijn.
‘M’n allerlaatste allermooiste feest.’

Nou rijdt-ie in zo’n grote zwarte
auto door de stad.
Dat vindt hij vast wel leuk.
hij heeft er zelf nooit een gehad.
Er liggen mooie bloemen.
zoveel bloemen bij elkaar.
M’n zusje geeft een tekening.
M’n broertje een sigaar.

M’n moeder zegt: ‘Niet huilen nou.
’t Is opa’s afscheidsfeest.’
Maar dat ie zelf niet mee kan doen.
dat mis ik nog het allermeest.

M’n tante houdt een toespraak.
haar stem klinkt zacht en lief.
Dan gaan we voor hem zingen.
M’n moeder leest een brief.
En ik denk: Lieve opa.
je hebt gelijk gehad.
Dit is een prachtig feestje,
ook al zijn m’n wangen nat.


© Marian van Gog
Geschreven voor Kinderen voor Kinderen 21 (2000).

Nergens voor nodig

(de dader)
We stonden te geinen, we liepen rond.
Ik gooide gemeen een steen naar een hond.
En toen kwam die jongen, die zei d’r wat van.
Hij had wel gelijk dus dat kwam hard an.
Ik gaf hem een mep, want ik werd me toch kwaad!
Ik schrok van mezelf maar het was al te laat.
 
Het gebeurde gewoon.
Het ging vreselijk snel.
Ik wilde het niet,
dat snap je toch wel?
Een gat in z’n hoofd, 
een scheur in z’n jas.
Terwijl het nergens 
voor nodig was.
 
(het slachtoffer)
Ik liep over straat en ik zag ze staan.
Zo’n groepje dat niet aan de kant wil gaan. 
Toen gooide één jongen een steen naar een hond.
En sorry, maar dan houd ik niet m’n mond!
Ik riep en die jongen werd vreselijk kwaad.
En voor ik het wist lag ik languit op straat.
 
Het gebeurde gewoon.
Het ging vreselijk snel.
Ze wilden het niet.
Of misschien ook wel…
Een gat in m’n hoofd, 
een scheur in m’n jas.
Terwijl het nergens 
voor nodig was.
 
(de omstanders)
We zagen die jongens, ze bleven staan.
Wie denkt dat dat stelletje slaags zou gaan?
Gepraat en geduw, toen ging alles heel vlug.
Een klap van de één en een mep terug.
Zelf deden we niets; het kwam niet in ons op.
We waren te bang voor een klap of een schop.
 
Het gebeurde gewoon.
Het ging vreselijk snel.
We stonden daar maar,
dat snap je toch wel?
Een gat in z’n hoofd, 
een scheur in z’n jas.
Terwijl het nergens 
voor nodig was.
 
Het gebeurt gewoon.
Het gaat altijd te snel.
En voor je het weet
sta je buitenspel.
D’r gaat iets verkeerd
en alles gaat mis.
Terwijl het nergens 
voor nodig is.
 
© Marian van Gog
Geschreven voor een anti-pestproject.

Heksenbezem

In de boom zit heksenbezem.
En nou denk ik, elke keer:
Waar is toch die heks gebleven?
Want ik zie haar nergens meer.
 
Dacht ze: kom, ik ga eens anders.
Vond ze vliegen toch maar niets?
Ging ze liever lekker lopen?
Reed ze verder op de fiets?
Heeft ze soms de bus genomen
op een oude strippenkaart?
Ging ze met een binnenschipper
liever varen door de vaart?
 
Was ze even uitgevlogen?
Ging die bezem haar te sloom?
Dacht ze: kom, ik ga parkeren
in de oude berkenboom?
Is ze toen omlaag gevallen
in het donker van de nacht?
Daarna met een ambulance 
naar het ziekenhuis gebracht?
 
Wilde ze een taxi nemen?
Ging ze liever met de trein?
Dacht ze: ik heb nooit gereden
en hoe zou dat nou toch zijn?
Ging ze met een DC 9,
want geen bezem ging zo hoog?
Is ze naar de maan gevlogen
hoger dan de regenboog?
 
In de boom zit heksenbezem.
En nou denk ik, elke keer:
Waar is toch die heks gebleven?
(Of) zijn er soms geen heksen meer?
 
© Marian van Gog
Geschreven voor Benny Vreden Kinderproducties.

Geen geluid

Mijn vriend Janna kan niet horen.
Hoe graag hij dat ook wil.
Met die kwaal is hij geboren.
Alles om hem heen blijft stil.
Als ik vraag: ‘Valt dat niet tegen?
Mis je nooit eens het lawaai?’ 
gaan zijn handen snel bewegen:
‘’t Is soms wel een beetje saai.’
 
Mijn vriend Janna kan niet horen.
Dus kent hij niet mijn stem.
Net als ik gewoon twee oren,
maar ze werken niet bij hem.
Nooit gezellig samen kletsen.
Toch begrijpen we elkaar.
Want we hebben onze handen.
En we kennen elk gebaar.
 
Samen op een muurtje. Samen op een hek.
Niemand kan ons horen. Eigenlijk wel gek.
Zitten we te zwijgen als we praten, honderduit.
Urenlang vertellen. Zonder één geluid.
 
Mijn vriend Janna kan niet horen.
Daar baalt hij wel eens van.
Maar dan zeg ik: ‘Joh, niet zeuren.
Doof of niet, wat geeft het, man!’
Onze vliegensvlugge vingers
zeggen dingen, allemaal.
Als we praten met z’n tweeën
in die zeer geheime taal.
 
Maar nooit een vogel horen fluiten
of een kat die zachtjes spint.
Nooit een voetbal op de ruiten
of een voetstap op het grind.
Nooit je vriend te horen lachen.
Dat te missen, is niet mis.
Nooit een hond te horen blaffen.
Ik snap best hoe erg dat is.
 
Samen op een muurtje. Samen op een hek.
Niemand kan ons horen. Eigenlijk wel gek.
Zitten we te zwijgen als we praten, honderduit.
Urenlang vertellen. Zonder één geluid.
 
© Marian van Gog
Geschreven voor Benny Vreden Kinderproducties.

De muggen van Mali

Pas op, want in Mali
daar hebben ze muggen,
die zijn heel gevaarlijk.
Dat zijn hele vlugge.
Ze vallen je aan 
en ze geven een steek.
Wanneer dat gebeurt
ben je weken van streek.
Dus hoor je vervelend
gezoem in je oor;
ga gauw aan de kant.
Ga er pijlsnel vandoor.
 
De muggen van Mali
zijn echte muskieten.
Door hen kun je niet
van je nachtrust genieten.
Ga nooit naar je bed
zonder spuitbus of net.
Want de muggen van Mali 
zijn altijd aan zet.
 
Pas op voor de muggen.
Ze willen je steken.
Ze maken je ziek.
Niet een dag, maar voor wéken.
Wat doe je eraan?
Hoe ontspring je de dans?
Wees slimmer dan zij.
Geef muskieten geen kans.
Houd alles bedekt
van je neus tot je bil!
En neem in dat land
een malariapil.
 
De muggen van Mali.
zijn echte muskieten.
Door hen kun je niet
van je nachtrust genieten.
Ga nooit naar je bed
zonder spuitbus of net.
Want de muggen van Mali 
zijn altijd aan zet.
 
Helaas, een gezin in zo’n land in de tropen
heeft vaak niet het geld om die pillen te kopen.
Ze weten niet hoe je zo’n net moet bestellen.
Gelukkig kan Unicef dat wel vertellen.
Zodat je gezond blijft, in ieder geval.
Dat recht heeft een kind overal.
 
De muggen van Mali.
zijn echte muskieten.
Door hen kun je niet
van je nachtrust genieten.
Ga nooit naar je bed
zonder spuitbus of net.
Want de muggen van Mali 
zijn altijd aan zet.
 
© Marian van Gog
Geschreven voor Unicef bij het lespakket Kinderen Eerst.

Telefoonnummer

06 50 514 345

E-mailadres